Demeter-normen voor de landbouw
Bio is mooi, Demeter gaat verder!
Biodynamische boeren voldoen aan de onderstaande normen en alleen dan wordt het Demeter-certificaat toegekend. Alle Demeter-bedrijven zijn gecertificeerd biologisch. De controles op de Demeter-normen worden daarbovenop uitgevoerd door de nationaal erkende controle-organisatie voor de biologische landbouw. In Nederland is dat Control Union Certifications. In Vlaanderen zijn dat Integra en Certisys.
Hoe Demeter zich onderscheidt van biologisch staat op deze pagina beschreven.
Naast harde controleerbare normen werken Demeter-boeren aan meer algemene richtlijnen. Demeter-richtlijnen zorgen voor dynamiek en ontwikkeling. Ze brengen zeg maar leven. Iedere boer kan zelf accenten leggen op verschillende terreinen, afhankelijk van de eigen bedrijfssituatie en persoonlijke keuzes. Meer informatie vind je bij Demeter-richtlijnen voor de landbouw.
De boer
- De boer is door scholing of ervaring op de hoogte van de bd-landbouw.
- Boer en bedrijf blijven in ontwikkeling. Jaarlijks doet elke Demeter-boer een zelf-evaluatie en er vinden begeleide gesprekken plaats met collega’s over de uitkomsten (Collegiale Toetsing).
Akkerbouw en plantaardige productie
- Het gehele areaal wordt omgeschakeld.
- Geen hybride graanrassen.
- Rassen uit protoplasma- en cytoplasmacelfusietechnieken (ggo’s) zijn niet toegestaan.
- Lagere bemesting ( maximaal 112kg stikstof per hectare).
- Minimaal 60% biologische, vaste mest.
- Gangbare drijfmest is niet toegestaan. Biologisch wel.
- Compost op basis van GFT-afval mag niet worden ingezet.
- Beperkte hoeveelheid hulpmeststoffen (maximaal 40 kg stikstof per hectare).
- Bloedmeel, beendermeel en verenmeel zijn niet toegestaan.
- De bodem mag niet worden overbelast. Demeter-bedrijven hanteren in de praktijk dan ook een vruchtwisseling van minimaal 1:5.
- Gebruik Composteerbaar onkruidfolie is ontheffing vereist.
- Voor bladbemesting in de fruitteelt is toestemming vereist.
- Er zijn grenzen gesteld aan gebruik van koper als bladbemester. In de aardappelteelt is dit niet toegestaan.
- Steunpalen in de fruitteelt zijn van inlands hardhout of milieuvriendelijk verduurzaamd.
Glastuinbouw
- De bodem wordt niet gestoomd.
- Over gebruik van duurzame energie zijn bedrijfsspecifieke afspraken gemaakt.
Gebruik van de biodynamische preparaten
- Er worden spuitpreparaten ingezet voor ondersteuning van de bodem en het gewas.
- Alle mest wordt behandeld met compostpreparaten.
Dierhouderij
- Maximaal 1,17 koeien per hectare.
- Er wordt biologisch stro gebruikt. Ontheffing is mogelijk.
- De dieren krijgen daglicht.
- Onthoornen van vee (koeien en geiten) is niet toegestaan.
- Koetrainers zijn niet toegestaan.
- Mestvarkens zijn afkomstig uit eigen zeugenhouderij.
- Er worden geen formaline voetbaden gebruikt voor de klauwverzorging.
- Maximaal 5 leghennen per vierkante meter in de stal (6 bij biologisch).
- Per 100 leghennen worden 2 hanen gehouden.
- Leghennen beschikken over een zandbad.
- Biologische en Demeter-kippen moeten naar buiten in een ruime en passend ingerichte uitloop. In sommige perioden geldt een wettelijke regeling dat pluimvee moet worden “afgeschermd”. Lees meer >>
- Er worden maatregelen genomen om overbemesting in de uitloop van kippen tegen te gaan.
- Er worden geen medicijnen gebruikt op basis van ggo’s en geen organofosforverbindingen.
Diervoeding
- Een veehouderijbedrijf voorziet grotendeels (80%) in de eigen voervoorziening (geiten 60%, varkens en pluimvee 50%).
- Aanvoer van voer-in-omschakeling is niet toegestaan.
- Koeien, schapen, geiten en paarden krijgen hooi (3kg per dier per dag).
- Kalveren krijgen de eerste 3 maanden verse, bedrijfseigen melk. Biologisch mag ook melkpoeder worden verstrekt en worden geen voorwaarden rond bedrijfseigen melk gesteld.
- Pluimvee krijgt minimaal 20% van het voer in de vorm van uitgestrooide, hele granen.
Fokkerij en Demeter-afzet
- Fokken met genetisch hoornloze manlijke dieren in de melkveehouderij is niet toegestaan.
- Er worden geen stieren uit embryotransplantatie ingezet. Ook worden geen extreme vleesrassen als Belgische Blauwen en verbeterd roodbont ingezet; ook niet voor gebruikskruisingen.Er wordt geen gesext sperma ingezet.
- Fok- en gebruiksvee wordt minimaal twee jaar op een Demeter-bedrijf gehouden om als Demeter-gebruiksvee te kunnen worden vermarkt.
- Vleesvee van biologische oorsprong wordt minimaal tweederde van het leven op een Demeter-bedrijf gehouden om het vlees als Demeter te kunnen vermarkten.
- Vermarkting van vlees onder Demeter-merk van dieren van gangbare oorsprong is niet mogelijk. Vee van gangbare oorsprong kan na 1 jaar worden vermarkt als biologisch.
Meer lezen over de verschillen tussen biologisch en Demeter in de landbouw? klik hier.
Lees de complete Demeter Voorwaarden op deze downloadpagina.